11 t/m 12 mei 2018
locatie: tent voetbalveld – Kwadendamme
verslag alleen van zaterdag
Wanneer ik zeg Kwadendamme is het mooiste bluesfestival van Nederland, dan stoot ik wellicht anderen tegen het hoofd. Laat ik het neutraal houden. Het is in ieder geval het gezelligste festival van Nederland. Goed bereikbaar, redelijke prijzen, unieke sfeer en uiterst vriendelijke vrijwilligers.
Op zaterdagmiddag opent Steven Troch (voc/hca) met zijn getalenteerde bandleden Erik ‘King Berik’ Heirman (dms), Liesbeth Sprangers (bgtr) en niemand minder dan Steven (Little Steve) van der Nat op gitaar. Steven Troch start met het fraaie nummer ‘The Short End’. Eigenlijk is alles wat dit kwartet neerzet om van te smullen. Als bandleider treedt Steven absoluut niet op de voorgrond. Iedereen wordt gerespecteerd om zijn/haar kwaliteiten. Hoewel er een aantal songs van zijn nieuwste cd ‘Rhymes For Mellow Minds’ worden gespeeld, kondigt hij specifiek het nummer ‘Walk Away’ aan.
Tijdens de ombouw in de grote tent gaan wij luisteren naar Robbert Fossen (voc/gtr/hca) en Lothar Wijnvoord (gtr) in de kleine tent ‘Juke Joint Stage’. Wat een genot om dit duo te beluisteren. Robbert zet in met ‘Before You Accuse Me’ en dat zing ik maar eens van a tot z mee. Mooie relaxte Chicago Blues door een veteraan en opkomend talent.
Walter Broes (voc/gtr) lapt de regels aan zijn laars door stevig te paffen tijdens zijn optreden met The Mercenaries. Zingen en roken gaat niet samen en verstoort het aanzien. Desalniettemin konden wij genieten van hun rhythm & blues en rockabilly-achtige sound. Door de steeds wisselende muziekstijlen vermaakten de heren ons met een aangename show.
Voor de tweede keer naar Robbert & Lothar. Naast blues heeft Robbert tegenwoordig soul in zijn repertoire. Hij brengt o.a. een prachtig nummer van The Holmes Brothers, gevolgd door het uit 1920 daterende ‘Ain’t Nobody’s Business If I Do’. Een gebroken snaar is voor Lothar geen belemmering, eerst de song uitspelen en dan repareren.
De Franse Laura Cox (voc/gtr) is een vakvrouw die haar mannetje staat. De bandleden zijn zo goed op haar ingespeeld dat ze nauwelijks een aanwijzing nodig hebben. Helaas ben ik niet zo’n liefhebber van haar iets te luide rockblues. Smaken verschillend en dat is maar goed ook. Terwijl Laura er hard tegenaan gaat, gebruiken wij een verfrissend biertje en luisteren haar set op afstand uit.
Little Hat bestaande uit Paolo de Stigter (dms), Willem van Dullemen (gtr) en Machiel Meijers (voc/hca) spelen op Juke Joint Stage. Veel plek om te dansen is er niet maar het lukt Machiel toch om enige danslustigen naar voren te krijgen. Meijers speelt een nummer van Slim Harpo maar die naam zegt het publiek niks. Zelfs op de naam Sunnyland Slim wordt niet gereageerd. Nu is dat nog begrijpelijk aangezien Sunnyland een pianist was. Het deert Machiel niet. Op de dansers na wordt er aandachtig naar dit unieke trio geluisterd.
Giles Robson (voc/hca) is een graag geziene gast in ons land en gelukkig maar want zijn verbluffende spel op de bluesharp verveelt geen moment. Wat maakt Robson zo speciaal? Misschien is het de rust die de symphatieke Brit tijdens zijn spel uitstraalt. Bij een mondharmonicaspeler denk je onwillekeurig aan Little Walter en diens tijdgenoten. Natuurlijk heeft Gibson hier en daar wat weggeplukt, tenslotte heeft iedere muzikant wel een voorbeeld. Giles Robson is zijn eigen voorbeeld en dat maakt zijn spel bijzonder.
Het is lastig om The Juke Joints te recenseren, wanneer zij knallen is het altijd feest. Met zijn guitige smoel hoeft Peter Kempe (voc/dms/mand) maar een half woord te zeggen of het publiek is in extase. Het maakt niet uit waar en hoe ze spelen zij zijn de onbetwiste favorieten. Giles Robson mag als gastspeler een paar nummers meeblazen. Sonnyboy v.d. Broek (hca) gaat keurig een paar stappen naar achteren en maakt ruim veld voor Giles. Wanneer het einde van de show nadert brult het publiek om meer. “Ik kijk even wat Peter Kempe zegt” reageert de bandleider en organisator. “Hij zegt dat we nog een liedje mogen spelen”. De onverbiddelijke grappenmaker sluit af met een denderend rock & roll nummer.
Verrassend nieuw is de van oorsprong Amerikaanse zangeres Juwana Jenkins met haar Tsjechische All – Star Mojo Band. Juwana beweegt zich gracieus, maakt op een prettige manier contact met het publiek en heeft een warme uitstraling. Met al deze positieve punten heb je als zangeres al gauw een streepje voor. Zij heeft een uitstekende bluesstem en al zijn het geen eigen songs ze brengt het wel op haar eigen manier. Aanvankelijk leek ‘Hound Dog’ mij wat gewaagd. Ze was echter zo verstandig om geen uitleg te geven over het gepikte Elvis liedje dat zou maar gedoe opleveren. Haar uitvoering was fel, heftig en tijdens het langzame gedeelte liet ze de band het werk doen. Mrs. Jenkins heeft overduidelijk vaak naar Big Mama Thorton geluisterd.
Voor afsluiter Ben Poole (voc/gtr) lijkt het geen gemakkelijke opgave om het publiek bij de les te houden na zo’n populaire voorganger. Schijn bedriegt en in no time weet Ben zijn fans te boeien. Zelf had ik mij voorbereid op loeiharde rockblues. Natuurlijk laat Poole af en toe zijn gitaar brullen maar dat gaat niet ten koste van de melodie. De bandleden zijn bepaald niet van ondergeschikt belang. Zij houden Ben feilloos in de gaten en slaan toe in de weinige momenten van rust.
De zaterdag in Kwadendamme loopt ten einde. Nog even na praten over het hele blues gebeuren is altijd een waardevolle afsluiting. Hulde aan allen die het festival weer in goede banen hebben geleid en een dikke pluim voor de mensen van het geluid.