Crescent City Blues & BBQ Festival

Lafayette Square Park – New Orleans
12 t/m 14 oktober 2018

Dit gezellige driedaagse blues festival met 18 bands verdeeld over 2 podia, is een van de nog weinig gratis toegankelijke festivals. Er heerst een ongedwongen sfeer al zijn er regels. Er mag niet worden gerookt en eten of drinken van elders meegenomen is niet de bedoeling. Fotografen mogen alleen tijdens de eerste drie songs hun werk doen. Helemaal gek is dit niet. Sponsoren die vooraan zitten zouden dan alsmaar camera’s in hun vizier hebben. Qua opzet is het festival enigszins te vergelijken met King Biscuit waar we de vorige week waren. Het zijn veelal dezelfde artiesten voornamelijk uit de regio.

Little Freddie King

Opener Little Freddie King (voc/gtr) behoort niet tot de top wat betreft zijn gitaarspel. Zijn show is echter zo leuk en spontaan door o.a. zijn interactie met het publiek, dat het telkens opnieuw genieten is. Freddie werkt al jaren met dezelfde bandbezetting. Voor mij was het vreemd om drummer Eddie Christmas aan te treffen in plaats van Wade Wright. Aan het eind van de set kwam Wright in beeld. Voor ingewijden was het misschien duidelijk, voor mij niet. Wade was slecht ter been en dus is hem kennelijk iets overkomen.

Tweede act was weggelegd voor Samantha Fish (voc/gtr). Samantha had het groots aangepakt met blazers en een violiste. Het had geen meerwaarde omdat het eigenlijk niet bij het spel van Fish paste. Samantha hing de grote vedette uit. Vanzelfsprekend is ze dat in haar eigen show. Als je een vergelijking maakt met b.v. Ana Popovic dan heeft Fish nog een lange weg te gaan. Pluspunten waren haar eigen nummers, al was het bluesgehalte vergezocht.

Aan Ed Wills & Blues 4 Sale de eer om de tweede festival dag als eerste band te starten op Camp Street Stage. Druk is het nog niet maar met binnenkomer ‘I Play The Blues For You’ heeft Ed al snel het aanwezige publiek op zijn hand. Het daarop volgend ‘I’m Coming Home’ klinkt beduidend anders dan wanneer er doorgaans een accordeon bij wordt gebruikt. Saxofonist Kurt Brunus krijgt ruimte voor een mooie solo waardoor het lied meer tot zijn recht komt. Wills grote favoriet is B.B. King en dus sluit hij de set met ‘The Thrill Is Gone’.

Op St. Charles Ave. Stage zorgde Washboard Chaz Blues Trio voor een gezellig uurtje. Met Andy J Forest op mondharmonica en St. Louis Slim op dobro, speelde het trio rustige Louisiana Blues met hier en daar Zydeco invloeden. Uitschieters waren Big Bill Broonzy’s ‘Wrong Woman’, het bekende ‘All By Myself’ en ‘Falling Down Blues’.

Pianist/vocalist  John ‘Papa’ Gros kan mij niet boeien. Op een heel klein vleugje New Orleans sound na, is het eigenlijk een ondefinieerbare herrie. Daarbij komt nog dat Gros geen mooie stem heeft.

Programma Zaterdag

Rev. John Wilkins (voc/gtr) heeft zijn drie dochters meegenomen die als prachtige backup singers dienst doen. De zussen hebben hun kleding op elkaar afgestemd. Blauwe shirts en zwarte pantalons. Wilkins zingt gospels en pas bij het derde nummer ‘Help Me’, neemt hij de gitaar ter hand. Nu ben ik geen gospel liefhebber maar desalniettemin is het een leuk optreden. Verrassend is het door Ray Charles bekend geworden ‘Night Time Is The Right Time’, althans dat dacht ik. Maar nee, het was wel de melodie alleen tijdens het refrein ‘Night and Day’ kwam daar Jesus nog tussendoor.

Over Shemekia Copeland (voc) kan ik kort zijn. Vakvrouw eerste klas en daarbij een ontzettend lieve meid. Altijd vrolijk, vertelt leuke anekdotes, is super trots op haar zoontje en draagt haar bandleden op handen. Haar songs gaan nogal eens over maatschappij gerichte thema’s met name goed en kwaad. Na een korte inleiding hetgeen ze betrekt op haar vader zingt ze ‘Would You Take My Blood’. Het waarschijnlijk verzonnen verhaal over haar gelovige oma doet het ook nog altijd goed. Ze zingt er een opzwepende gospel over. Bij een emotioneel geladen blues weet ze haar publiek erin te betrekken om vervolgens over te gaan in een vrolijk opjuinende meezinger.

Op het podium aan de overkant mag Mem Shannon & The Membership ons vermaken. Shannon moet het voornamelijk van zijn bandleden hebben die hem een goede ondersteuning geven. Mem is een prima gitarist die naar mijn idee graag B.B. King wil evenaren. Hij zingt B.B.’s vertolking van ‘Three O’ Clock In The Morning’ en imiteert op zijn flying five redelijk het gitaargeluid van King. Na ‘You Can Run From Me’ gaat het blues genre geleidelijk over in een lichte vorm van funk, iets waar artiesten uit New Orleans een handje van hebben.

In het repertoire van Walter “Wolfman” Washington (voc/gtr) zit weinig verandering. De man doet enorm zijn best om het publiek te amuseren maar zijn funk slaat niet bij iedereen aan. Washington zou beter tot zijn recht komen op een jazz festival.

Afsluiter Jimmie Vaughan (voc/gtr) zorgde voor een verrassing. Hij pakte groots uit door een saxofonist, baritonsaxofonist, trombone en trompettist aan zijn band toe te voegen. De doorgaans stuurse Texaan liet aanvankelijk de blazers het meeste werk doen en dat was geen verkeerde keuze. Het klonk formidabel. Hoewel het New Orleans ritme er niet in zat werd het toch een vrolijke boel. Graag had ik de set willen uitzien maar een knorrige maag moet gevuld worden. (bbq is nu eenmaal niet geschikt voor vegetariërs)

Op de derde festival dag start, The Wanting. Zo op het eerste gezicht lijkt het een religieus groepje. Inderdaad zingen ze gospelachtige songs zoals ‘Promised Land’. Hoewel ze ook een lichte vorm van country zingen zou ik niet weten waar deze muziek thuis hoort. Blues is het in ieder geval niet.

Uncle Nef (Shannon Powell) is zowel drummer als zanger. Geen van beide gaat hem goed af. Het drummen is eigenlijk een beetje trommelen. Uncle Nef en gitarist Darren Hoffman starten instrumentaal en dat was het beste gedeelte van de show. Herkenbare nummers als ‘Caldonia’ en ‘Killing Floor’ waren echt niet om aan te horen. Bij het vierde nummer kwam er een baritonsaxofonist bij. Omdat het met blaasinstrumenten al snel de New Orleans sound krijgt was het laatste gedeelte nog enigszins te pruimen.

Kenny Brown (voc/gtr) had ik verschillende keren zien optreden en meestal niet meer dan een paar nummers. Een heel uur Kenny dat leek mij wel wat. Toch viel het meteen tegen. Muzikaal was het in orde vooral het beheersen van zijn slide in ‘Shake Your Money Maker’. De overige songs neigden allen naar country waarin weinig variatie zat.

Papa Mali (voc/gtr) hebben wij vaker op dit festival gezien. Eerlijk gezegd maakt hij niet veel indruk op mij. Zijn gitaarspel is goed maar het zingen is nog net geen praten. Zijn openingsnummer ‘Le Bon Temps Roule’, doet het qua herkenning altijd goed. Een showman is Mali zeker niet al doet hij nog wel een poging daartoe. Gitaar, niet om zijn nek maar er los voor zijn lichaam hangend, op spelen.

Keeshea Pratt Band is winnaar geworden van de IBC 2018 in Memphis. Super leuk om Keeshea (voc) na acht maanden in volle actie nog eens te zien. Dat  mevrouw Pratt haar vak verstaat is meteen duidelijk. Ze start met ‘Let The Good Times Roll’. Daarbij trekt ze meteen het publiek mee hetgeen haar geen enkele moeite kost. Na een song over haar thuisstaat Mississippi last ze een korte pauze in en vertelt over haar privé leven. Alleenstaande moeder, innemen van verkeerd spul met daarbij de nodige ellende, kortom ze raakt behoorlijk geëmotioneerd. Ze herneemt zichzelf snel en geeft nog even aan dat je alles in het leven zelf moet doen. Van haar grote voorbeeld The Queen Of The Blues Koko Taylor zingt ze ‘Wang Dang Doodle’. Ze sluit haar spetterende show af met ‘Down Home Blues’.

Henry Gray

De 93 jarige zanger/pianist Henry Gray uit Baton Rouge, Louisiana heeft mij het mooiste uurtje van 2018 bezorgd. Je zou je kunnen afvragen of artiesten op zo’n hoge leeftijd nog het podium op moeten? Wie er in ieder geval veel plezier in hadden waren de begeleiders Terrance Simien (washb), Lil’ Buck Sinegal (gtr) en de man achter Henry, Bob Corritore (hca).

De iets minder bejaarde Cookie McGee (voc/gtr) had nogal wat moeite met de snaren van haar gitaar. Ze brak er twee achterelkaar en kon het niet op eigen kracht herstellen.

De afsluitende set van Don Bryant and Percy Wiggins with the Bo-Keys hebben wij niet uitgekeken. Drie dagen fotograferen en schrijven eist z’n tol. Bovendien zijn wij geen fervente aanhangers van soul. Terugkijkend was het een leuk festival waar wij hopelijk nog een aantal jaren van kunnen genieten.